SV | Toen zond Farao en riep Jozef en zij deden hem haastelijk uit den kuil komen; en men schoor hem, en men veranderde zijn klederen; en hij kwam tot Farao. |
WLC | וַיִּשְׁלַ֤ח פַּרְעֹה֙ וַיִּקְרָ֣א אֶת־יֹוסֵ֔ף וַיְרִיצֻ֖הוּ מִן־הַבֹּ֑ור וַיְגַלַּח֙ וַיְחַלֵּ֣ף שִׂמְלֹתָ֔יו וַיָּבֹ֖א אֶל־פַּרְעֹֽה׃ |
Trans. | wayyišəlaḥ parə‘ōh wayyiqərā’ ’eṯ-ywōsēf wayərîṣuhû min-habwōr wayəḡallaḥ wayəḥallēf śiməlōṯāyw wayyāḇō’ ’el-parə‘ōh: |
Toen zond Farao en riep Jozef en zij deden hem haastelijk uit den kuil komen; en men schoor hem, en men veranderde zijn klederen; en hij kwam tot Farao.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zond Farao en riep Jozef en zij deden hem haastelijk uit den kuil komen; en men schoor hem, en men veranderde zijn klederen; en hij kwam tot Farao.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!